2012 › Trails

TRAILS

2012

Temperament: Temperament en riskant cannabisgebruik in de adolescentie

Auteurs: Creemers HE, Vollebergh WAM, Ormel J, Verhulst FC, Huizink AC

Dit onderzoek richt zich op de rol van temperament in riskant cannabisgebruik onder adolescenten. Ook wordt gekeken naar de samenhang tussen temperament en twee andere risicofactoren van cannabisgebruik, namelijk vroeg beginnen met roken en cannabisgebruikende vrienden. Voor dit onderzoek werd gebruikgemaakt van gegevens uit trails, een longitudinaal bevolkingsonderzoek onder ongeveer 2000 jongeren in Noord-Nederland. Uit de resultaten komt naar voren dat jongeren met een hoger niveau van sensatiezucht vaker op jonge leeftijd gaan roken, en daardoor ook vaker op jonge leeftijd beginnen met cannabisgebruik. Daarnaast be¨ınvloedt temperament de overstap van roken naar cannabisgebruik. Het risico op regelmatig cannabisgebruik blijkt lager onder jongeren met een hoger niveau van aandachtscontrole. Deze jongeren hebben minder cannabisgebruikende vrienden, hetgeen hen beschermt tegen het ontwikkelen van regelmatig cannabisgebruik. De samenhang tussen cannabisgebruik, roken en cannabisgebruikende vrienden ondersteunt de toepassing van interventiemethoden die niet alleen ingaan op cannabisproblematiek maar ook op problemen op andere gebieden.

NB dit is een Nederlandse bewerking van een al eerder verschenen Engelstalig artikel

Temperament: Who Dates? The Effects of Temperament, Puberty, and Parenting on Early Adolescent Experience with Dating: The TRAILS Study

Auteurs: Ivanova K, Veenstra R, Mills M

Tieners die zich afgewezen voelen door hun ouders, zoeken eerder hun heil bij een vriendje of vriendinnetje. Zij beginnen op jongere leeftijd met daten dan tieners die een warme band met hun ouders hebben. Dat blijkt uit het TRAILS-onderzoek onder ruim tweeduizend tieners met een gemiddelde leeftijd van 13,5 jaar. De onderzoekers vermoeden dat tieners die op jonge leeftijd geïnteresseerd zijn in verkering compenseren voor de afwijzing die zij bij hun ouders ervaren. Het is een van de eerste grote onderzoeken naar waarom iemand op jonge leeftijd begint met daten. De jongeren die op vroege leeftijd relaties aangingen, hadden bovendien een volwassener lichaam. Ook werden de jongeren die al vroeg bezig waren met relaties door hun ouders minder snel als 'verlegen' omschreven.

Temperament: Stressful events and temperament change during early and middle adolescence: The TRAILS study

Auteurs: Laceulle OM, Karreman A, Nederhof E, Ormel J, Van Aken MAG

Temperament zegt iets over de manier waarop iemand omgaat met zijn of haar omgeving. Temperament is redelijk stabiel, maar kan zich ontwikkelen naarmate iemand ouder wordt. Dit artikel kijkt naar deze normatieve veranderingen in temperament tijdens de puberteit, en of deze veranderingen anders zijn voor jongeren die tijdens de puberteit veel stressvolle gebeurtenissen hebben meegemaakt. Temperament is gemeten met een vragenlijst afgenomen op de eerste en de derde meting van TRAILS. Stressvolle gebeurtenissen die de jongere heeft meegemaakt sinds de eerste meting zijn gemeten met een interview tijdens de derde meting. Over het algemeen werden jongeren vooral minder angstig, gefrustreerd en verlegen tussen de twee metingen. Daarnaast bleek er een duidelijke relatie tussen het aantal stressvolle gebeurtenissen dat iemand meemaakt en veranderingen in temperament. Zo lieten jongeren die veel mee hadden gemaakt geen daling zien in frustratie, maar een stijging. Onze resultaten laten zien dat normatieve verandering meestal in de richting is van een meer volwassen temperament (maturatie). Jongeren die stressvolle gebeurtenissen meemaakten lieten echter niet of minder maturatie van hun temperament lieten zien.

Temperament: Angstsymptomen van adolescenten. Bevindingen van de TRAILS studie

Auteurs: Van Oort FVA, Ormel J, Verhulst FC

Achtergrond: Het Nederlandse TRAILS- onderzoek richt zich op de ontwikkeling van de vroege adolescentie tot volwassenheid. Een belangrijk onderdeel hierbij is de ontwikkeling van angstsymptomen. Over de normatieve ontwikkeling van angstsymptomen in de adolescentie was nog weinig bekend. Doel: Beschrijven van de (1) normatieve ontwikkeling van angstsymptomen en (2) risico-indicatoren voor hoge angst bij adolescenten. Methoden: Het onderzoek is uitgevoerd binnen TRAILS, een groot cohortonderzoek waarin kinderen (10 jaar) gevolgd worden tot ze volwassen zijn.  Resultaten: De hoeveelheid angstsymptomen neemt af in de vroege adolescentie en vervolgens, afhankelijk van het type angstsymptomen, weer toe vanaf midden of late adolescentie. Op leeftijd 10-12 jaar zijn kind- , ouder- en ‘peer’-factoren gevonden die samenhangen met hogere angstscores. Sommige, zoals opvoedingsstijl, waren indicatief voor kwetsbaarheid alleen in de vroege adolescentie, terwijl andere, zoals gepest worden op leeftijd 10-12 jaar, samengingen met een blijvende kwetsbaarheid gedurende de hele adolescentie. Conclusie: Met dit onderzoek hebben we bijgedragen aan een breder begrip van ontwikkeling van angst in de algemene adolescente bevolking.

NB dit is een Nederlandse bewerking van een al eerder verschenen Engelstalig artikel