2022

Wat was al bekend over dit onderwerp? 

• Zelfbeheersing, mentale gezondheid en gezinsfunctioneren kunnen elkaar beïnvloeden in jongeren en jongvolwassenen
• Mensen met veel zelfbeheersing hebben vaak ook een goede mentale gezondheid hebben en/of een goed functionerend gezin
• Veel minder is bekend over hoe veranderingen in zelfbeheersing, mentale gezondheid en gezinsfunctioneren binnen een persoon met elkaar in verband staan.

Wat deze studie toevoegt

• Jongeren en jongvolwassenen met weinig mentale gezondheidsproblemen en een goed functionerend gezin hebben vaak een goede zelfbeheersing
• Ook binnen personen hangen veranderingen in zelfbeheersing en mentale gezondheidsproblemen samen, maar deze veranderingen voorspellen elkaar niet over een periode van twee of drie jaar
• Toekomstige studies met kortere periodes tussen de metingen (b.v. dagen of weken) zijn nodig om na te gaan of zelfbeheersing, mentale gezondheid en gezinsfunctioneren elkaar wel kunnen beïnvloeden over een kortere tijd.

Wat was al bekend over dit onderwerp?

• Genetische, hormonale, en omgevingsfactoren voor en na de geboorte zijn gerelateerd aan middelengebruik door jongeren. 
• Eerder onderzoek laat zien dat omgevingsfactoren na de geboorte de genetische risico's voor middelengebruik beïnvloeden
• Naar de invloed van omgevingsfactoren voor de geboorte is veel minder onderzoek, net als naar de wisselwerking van  de verschillende factoren voor en na de geboorte

Wat voegt deze studie toe? 

• Genetische risico voor roken, alcohol en cannabis voorspelt enig gebruik van alle drie. Bij roken voorspelt het ook frequent gebruik.
• Hormonale factoren, met name een verlaagde productie van cortisol bij stress, voorspellen enig gebruik en frequent gebruik voor alle drie de uitkomsten. 
• Ook vonden we twee wisselwerkingen: een verlaagde cortisolreactiviteit versterkte de samenhang tussen genetisch risico en roken, en de samenhang tussen risico’s voor de geboorte en  alcoholgebruik. 

Wat was al bekend over dit onderwerp?

• Genen en omgeving – zoals ouders en familie - zijn beide belangrijk  bij gedragsproblemen.
• Genen van ouders en kinderen dragen ook bij aan opvoedgedrag.

Wat voegt deze studie toe?

• Genen voorspellen gedragsproblemen bij jongeren, op jonge leeftijd en als volwassenen.
• Genen van de ouders of van de kinderen voorspellen niet hoe goed het gezin functioneert, dus of ouders en kinderen elkaar begrijpen en accepteren en op elkaars steun kunnen rekenen.
• Genen van de kinderen zijn gerelateerd aan een groter risico op gedragsproblemen in de kindertijd, wat op zijn beurt problemen in het functioneren van het gezin voorspelde.

Wat was al bekend over dit onderwerp?

• Eerdere studies hebben de combinatie van gezinsvorming en werk over tijd (ook wel werk-gezin trajecten genoemd) in verschillende groepen onderzocht. 
• Er is nog weinig bekend over de werk-gezin trajecten van de huidige generatie jongvolwassenen, dus mensen die in de jaren negentig zijn geboren. 
• Bovendien is het verband tussen psychische problemen in de jeugd en latere werk-gezin trajecten niet goed onderzocht

Wat voegt deze studie toe?

• Wij vonden zes werk-gezin trajecten tussen de leeftijd van 18-28 jaar bij mannen en vrouwen die in de jaren negentig waren geboren, met als belangrijkste verschil tussen de trajecten van vrouwen en mannen de leeftijd waarop ze kinderen kregen. 
• Psychische problemen als jongere waren gerelateerd aan werk-gezin trajecten: vrouwen met gedragsproblemen hadden vaak een werk-gezin traject waarin ze kinderen kregen, mannen met emotionele problemen hadden vaak en werk-gezin traject waarin ze lang onderwijs volgden.

Wat was al bekend over dit onderwerp?

• Negatieve levensgebeurtenissen zoals misbruik, scheidingen en opgroeien in armoede komen vaak samen voor
• Veelgebruikte methoden in het onderzoek zijn niet goed in staat om rekening te houden met deze samenhang tussen negatieve levensgebeurtenissen, waardoor de effecten daarvan onduidelijk blijven
• Netwerkanalyse is een manier om in kaart te brengen hoe negatieve levensgebeurtenissen samenhangen en het verdere leven beïnvloeden.

Wat voegt deze studie toe?

• Sommige negatieve levensgebeurtenissen hangen direct met elkaar samenhangen, bijvoorbeeld psychische problemen en middelengebruik van ouders
• Andere negatieve levensgebeurtenissen hangen of alleen indirect samen, bijvoorbeeld een scheiding van ouders en misbruik, of hangen niet met elkaar samen.

Wat was al bekend over dit onderwerp?

• De band met ouders en leeftijdsgenoten is belangrijk voor hoe jongeren groeien in hun leervermogen en hoe ze presteren op school
• Tot nu toe zijn zowel de band met ouders en de band met leeftijdsgenoten vaak apart onderzocht
• Het is aannemelijk dat jongeren die een goede band hebben met hun ouders ook vaker een goede band hebben met leeftijdsgenoten. Het is echter nog niet duidelijk hoe belangrijk beide factoren precies zijn voor de ontwikkeling van het leervermogen en prestaties op school. 

Wat voegt deze studie toe?

• De band tussen jongeren en hun ouders en leeftijdsgenoten hing elk op een unieke manier samen met hun latere opleidingsniveau
• Jongeren die een warme band hadden met hun ouders, hadden 11 jaar later gemiddeld een hoger opleidingsniveau dan jongeren zonder warme band
• Jongeren die afgewezen werden door klasgenoten, hadden 11 jaar later gemiddeld een lager opleidingsniveau dan jongeren die niet werden afgewezen
• Ook op een leeftijd dat jongeren onafhankelijker worden van hun ouders blijft de band met hun ouders belangrijk
• Het bevorderen van een vriendelijke en veilige sfeer op school lijkt belangrijk te zijn voor leerprestaties op school.