2018
-
Opvoeding en familiefactoren: Sociale voorspellers van welbevinden en functioneren bij jongvolwassenen (een TRAILS studie)
- Zowel de relatie van jongeren met hun ouders als die met vrienden voorspellen hoe ze gaan functioneren als volwassenen.
- Hoe de relatie met ouders het effect van vriendschapservaringen beïnvloedt, en omgekeerd, is minder duidelijk.
- Vooral de relatie van jongeren hun met ouders voorspelt later functioneren.
- Of en hoe vriendschapservaringen tijdens de adolescentie later functioneren beïnvloeden hangt af van de relatie met de ouders.
- Een goede relatie met ouders kan beschermen tegen negatieve vriendschapservaringen, en andersom, maar negatieve ervaringen met ouders en vrienden kunnen elkaars effecten versterken.
- Het is belangrijk om de effecten van de relaties met ouders en vrienden samen te bestuderen.
Wat was al bekend over dit onderwerp?
Wat voegt deze studie toe?
-
Opvoeding en familiefactoren: Gevoeligheid voor psychosociale chronische stressoren en gedragsproblemen bij jongeren: Beïnvloeding door hartslag in rust en psychiatrische familiegeschiedenis
- Mensen verschillen in hun gevoeligheid voor psychische problemen na stress.
- Eerder onderzoek vond dat het hebben van een lage hartslag in rust bij zou kunnen dragen aan gevoeligheid voor gedragsproblemen na stress.
- Een andere factor die kan bijdragen aan stressgevoeligheid is of er psychische problemen in de familie voorkomen.
- Het verband tussen stress en gedragsproblemen was sterk bij jongeren met hoge hartslag in rust maar zwak in adolescenten met lage hartslag in rust.
- Dit effect van hartslag in rust was duidelijker bij jongeren met psychische problemen in de familie.
Wat was al bekend over dit onderwerp?
Wat voegt deze studie toe?
-
Opvoeding en familiefactoren: Chronische stressoren en gedragsproblemen bij jongeren: Genetische moderatie door Dopamine Receptor D4
- Blootstelling aan stress verhoogt de kans op psychische problemen, maar er zijn grote verschillen tussen mensen.
- Het 7R-allel van het DRD4 gen (DRD4-7R) zou betrokken kunnen zijn bij de gevoeligheid voor gedragsproblemen na stress.
- In eerder onderzoek naar het 7R-allel was wel duidelijk dat deze variant te maken had met gevoeligheid voor positieve invloeden, maar de resultaten over stress waren onduidelijk.
- Mensen met het DRD4-7R allel hebben meer kans op gedragsproblemen na stress dan mensen die dit allel niet hebben.
- Jongeren met het DRD4-7R allel lijken gevoeliger te zijn voor stress dan jongeren zonder deze variant.
Wat was al bekend over dit onderwerp?
Wat voegt deze studie toe?