2006 › Trails

TRAILS

2006

Opvoeding en familiefactoren: Temperament, sociale omgeving en antisociaal gedrag van jongens en meisjes

Auteurs: Veenstra R, Lindenberg S, Oldehinkel AJ, De Winter AF, Ormel J

Antisociaal gedrag kan worden getriggerd door sociale ervaringen en door de manier waarop hiermee wordt omgegaan. In deze studie kijken we naar hoe temperament, opvoeding en sociaal-economische status (SES) kunnen beschermen tegen de ontwikkeling van antisociaal gedrag. We hebben deze factoren en antisociaal gedrag gemeten met vragenlijsten bij 2230 kinderen (10-12 jaar) en hun ouders. SES hebben we bepaald met informatie over opleidingsniveau, beroep en inkomen van de ouders. Temperament (frustratie en effortful control), opvoeding (overbescherming, afwijzing en emotionele warmte) en SES waren gerelateerd aan antisociaal gedrag. SES was alleen gerelateerd aan antisociaal gedrag bij kinderen met een laag niveau van effortful control of met een hoog niveau van frustratie. Verder waren de verbanden van lage SES met antisociaal gedrag sterker voor jongens dan voor meisjes. Dus, de effecten van SES zijn afhankelijk van zowel het temperament als het geslacht van het kind.

Opvoeding en familiefactoren: Temperament, parenting, and depressive symptoms in a population sample of preadolescents

Auteurs: Oldehinkel AJ, Veenstra R, Ormel J, De Winter AF, Verhulst FC
  • Kinderen met een opvoeding die zich kenmerkt door afwijzing, overbescherming of weinig warmte hebben meer depressieve problemen dan anderen.
  • De aard en het geslacht van het kind bepalen hoe sterk die opvoedingskenmerken samenhangen met depressieve problemen. Zo zijn meisjes (vooral als ze snel bang zijn) gevoeliger voor afwijzing dan jongens en kunnen kinderen die snel gefrustreerd zijn extra slecht tegen ouderlijke overbescherming.

Opvoeding en familiefactoren: The cross-cultural equivalence of parental rearing measure: EAABU-C

Auteurs: Dekovic M, Ten Have M, Vollebergh WAM, Pels T, Oosterwegel A, Wissink IB, e.a.

In dit onderzoek is gekeken naar de cross-culturele validiteit van het instrument EMBU-c dat perceptie van opvoedingsstijlen meet. Nederlandse kinderen zijn vergeleken met migrantenkinderen. De resultaten van een multigroep confirmatieve factoranalyse toonden dat de factor structuur van de EMBU-C, met 2 latente factoren (Warmte, Afwijzing, Overbescherming) en betrouwbaarheid van deze factoren gelijk was in Nederlandse en migrantenkinderen. Deze resultaten ondersteunende de validiteit van het meetinstrument. Er was alleen een verschil in opvoedingsperceptie tussen Nederlandse en migrantenkinderen voor overbescherming. Migrantenkinderen scoorden hun ouders als meer overbeschermend dan Nederlandse kinderen. Nederlandse en migrantenkinderen verschilden niet wat betreft perceptie van warmte en afwijzing door hun ouders.