2015
-
Angst: Antistoffen, angst, depressie en de cortisol stressrespons van adolescenten
- Het hormoon ghreline is belangrijk voor de regulatie van honger en speelt ook een rol bij de respons op stress en bij angst en depressie.
- Antilichamen tegen ghreline beschermen ghreline tegen afbraak waardoor het effect van ghreline kan worden versterkt. Het is niet bekend of ghreline antilichamen ook een invloed kunnen hebben op angst en depressie.
- Antilichamen tegen ghreline zijn aanwezig in mensen met eetstoornissen. Het is niet bekend in hoeverre deze ook aanwezig zijn in de algemene bevolking en welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van deze antilichamen
- Ghreline antilichamen zijn zwak geassocieerd met angst in meisjes en met cortisol reactiviteit tijdens een stress experiment. Deze associaties blijven niet bestaan als wordt gecorrigeerd voor de hoeveelheid statistische testen die is uitgevoerd.
- Ghreline antilichamen zijn aanwezig in iedereen van de algemene bevolking. De hoeveelheden van ghreline antilichamen correleren met de hoeveelheden van influenza antilichamen.
- Het is mogelijk dat ghreline antilichamen ontstaan volgens het ´molecular mimicry´ concept: ghreline lijkt op bepaalde influenza eiwitten.
Wat is bekend over dit onderwerp
Wat voegt deze studie toe
-
Angst: De werking van de HPA-as voorspelt de ontwikkeling van psychiatrische stoornissen
- De oorzaken van emotionele en gedragsproblemen overlappen tenminste gedeeltelijk.
- Het anders functioneren van de hypothalamus hypofyse bijnieras, ook wel HPA-as genoemd, wordt in verband gebracht met verschillende psychische problemen.
- Het functioneren van de HPA-as kan gemeten worden direct na het wakker worden, in rust, of voor, tijdens en na afloop van een stressvolle opdracht zoals een spreekbeurt.
- Jongeren bij wie de HPA-as langzamer herstelt na een spreekbeurt, lopen een hoger risico op het ontwikkelen van psychische problemen.
- Dit verhoogde risico geldt zowel voor emotionele als voor gedragsproblemen.
- Langzamer herstel zou misschien kunnen betekenen dat jongeren de spreekbeurt ervaarden als onvoorspelbaarder en oncontroleerbaarder dan andere jongeren.
Wat was al bekend over dit onderwerp?
Wat deze studie toevoegt?
-
Angst: Een stressvolle jeugd en de kans op psychiatrische stoornissen
- Vroege stressvolle ervaringen hangen samen met minder welbevinden en meer psychische problemen in het latere leven.
- Meer kans om problemen te hebben betekent echter niet automatisch dat ook de kans om problemen te krijgen verhoogd is.
- Om het effect van vroege stress op latere psychische problemen goed te begrijpen, is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen verschillende soorten stress en tussen verschillende soorten psychische problemen.
- Kinderen met veel stress hebben een verhoogde kans om depressief te worden, maar dat risico neemt af naarmate ze ouder worden.
- De kans op om angstklachten te krijgen is kleiner, maar neemt niet af over de tijd.
- Een inschatting van de totale hoeveelheid stress in de kindertijd is een betere voorspeller van latere psychische problemen dan specifieke gebeurtenissen in die periode.
Wat was al bekend over dit onderwerp:
Wat deze studie toevoegt:
-
Angst: De psychische gezondheid van Nederlandse adolescenten: Een TRAILS verslag van de prevalentie, ernst, continuïteit en leeftijd van ontstaan van DSM-gedefinieerde psychische stoornissen
- Veel van de psychische problemen bij volwassenen beginnen in de adolescentie.
- Kennis over het optreden van psychische stoornissen in adolescenten in Nederland is beperkt.
- Op 19 jarige leeftijd heeft 15% van de Nederlandse adolescenten een psychische stoornis, terwijl 45% ooit een psychische stoornis heeft gehad.
- Bijna de helft van de psychische stoornissen in jongeren is ernstig en gaat gepaard met beperkingen in het dagelijkse functioneren.
- De gemiddelde leeftijd waarop stoornissen ontstaan varieert aanzienlijk. Aandacht- (ADHD) en veel angststoornissen, met name fobieën, ontstaan vaak al voor het 10e levensjaar.
- Instabiele gezinsomstandigheden zijn een belangrijke risicofactor voor gedragsproblemen, waaronder crimineel gedrag en verslaving.
- Veel problematiek concentreert zich in 5-10% van de adolescenten; zij lopen als volwassene een groot risico op allerlei problemen.
Wat was al bekend over dit onderwerp
Wat deze studie toevoegt
-
Angst: Emotieherkenning en het risico op angst en depressie
- Sommige adolescenten krijgen problemen ondanks een gunstige thuissituatie, terwijl anderen het goed doen ondanks moeilijke gezinsomstandigheden.
- Misschien bestaan er eigenschappen die jongeren meer geschikt maken voor de ene omgeving dan voor de andere.
- Het goed kunnen herkennen van bepaalde emoties zou zo’n eigenschap kunnen zijn.
- In deze studie is onderzocht of het goed kunnen herkennen van positieve of negatieve emoties van invloed is op hoe jongeren reageren op de gezinssituatie.
- Jongeren die beter waren in het herkennen van positieve dan negatieve emoties hadden meer profijt van gunstige gezinsomstandigheden maar ook meer last van ongunstige gezinsomstandigheden. Jongeren die beter negatieve dan positieve emoties herkenden hadden juist minder profijt van gunstige gezinsomstandigheden maar ook minder last van ongunstige gezinsomstandigheden.
- Dit betekent dat onze stijl van emotieherkenning ons gevoelig kan maken voor bepaalde omgevingen.
Wat was al bekend
Wat voegt deze studie toe