2013 › Trails

TRAILS

2013

Angst: Oorzaken en gevolgen van angsttrajecten van jongens en meisjes in de adolescentie

Auteurs: Legerstee JS, Verhulst FC, Robbers SC, Ormel J, Oldehinkel AJ, Van Oort FVA

Doel: Het identificeren van trajecten van ontwikkeling van angstsymptomen in adolescenten. Methode: 2230 adolescenten hebben een vragenlijst ingevuld op 3 momenten (10-17 jaar) verspreid over zes jaar.
Resultaten: Zowel in jongens als in meisjes waren er drie trajecten. Beiden groepen hadden een traject van stabiel weinig angstsymptomen (93,3% van de meisjes, 84,4% van de jongens), een traject met een tijdelijke verhoging van angst in het midden van de adolescentie (4,1% meisjes; 9,5% jongens). Beide trajecten lagen gemiddeld hoger bij meisjes dan bij jongens. Het derde traject was een sterk stijgend traject bij meisjes (2,6%) en een dalend traject bij jongens (6,1%). Kenmerken van de kinderen, hun familie en hun relaties met vrienden (bijv. pesten) voorspelden wie welk traject van angstsymptomen volgde. De prevalentie van angststoornissen en depressie tijdens de adolescentie en op jongvolwassen leeftijd was hoger in de groepen met een tijdelijke verhoging van angstsymptomen en in de groep meisjes met sterke toename in angstsymptomen. Conclusie: De ontwikkeling van angstsymptomen in de adolescentie kan beschreven worden met drie sekse-specifieke trajecten. De identificatie van hoog-risico trajecten kan informatie bieden voor preventie programma’s.

Angst: Meet de 'Revised Anxiety and Depression Scale (RCADS)' consistent angstsymptomen gedurende de adolescentie?

Auteurs: Mathyssek CM, Olino TM, Hartman CA, Ormel J, Verhulst FC, Van Oort FVA

Wij evalueerden of de angstvragenlijst voor jongeren “Revised Child Anxiety and Depression Scale” (RCADS) angstsymptomen consistente op dezelfde manier meet op verschillende leeftijden tijdens de adolescentie. Dit is belangrijk om angstniveau’s op verschillende leeftijden op een valide manier met elkaar te kunnen vergelijken. In ons populatie cohort (N=2226, leeftijdsbereik van 10-17 jaren) hebben wij met herhaalde metingen angstsymptomen op drie leeftijden gemeten. Wij onderzochten de longitudinale meetinvariantie van de vijf subschalen van de RCADS (gegeneraliseerde angst (GAD), obsessief-compulsieve stoornis (OCD), paniek stoornis (PD), separate angst (SA) en sociale fobie (SP)). Hiervoor evalueerden wij of de factor structuur (configurale invariantie), de factor ladingen (metrische invariantie) en de factor grenswaarden (sterke invariantie) conistent waren op de drie meetmomenten. De subschalen voldeden aan de criteria voor configurale invariantie en voor metrische invariantie. Enkel de sociale fobie (SP) schaal bleek lichte metrische variantie te tonen voor drie van de items. Wij concluderen dat de RCADS angstsymptomen consistent meet in verschillende leeftijdsgroepen tijdens de adolescentie. Daarom achten wij de RCADS bruikbaar voor longitudinaal onderzoek naar angstsymptomen.

Angst: Ochtend cortisol waardes hangen samen met angst, depressie en agressie: Onderzoek in kinderen uit het TRAILS populatie- en klinisch cohort

Auteurs: Dietrich A, Ormel J, Buitelaar JK, Minderaa RB, Verhulst FC, Hoekstra PJ, Hartman CA

Angst- of depressieve klachten zijn vaak in verband gebracht met verhoogde ochtend cortisol waardes (basale waardes en ‘cortisol awakening response’) en agressief gedrag met verlaagde ochtend cortisol waardes. Cortisol is een belangrijk stresshormoon. Een verhoogd cortisol niveau duidt op een verhoogde stressgevoeligheid en een verlaagd cortisol niveau op verminderde stressgevoeligheid. De literatuur is echter niet heel eenduidig en onderzoek naar de samenhang tussen cortisol en vooral angst en depressie is nogal beperkt bij kinderen en adolescenten. Daarom heeft deze studie gekeken naar het verband tussen ochtend cortisol en verschillende subdomeinen van angst (lichamelijke en cognitieve angst), depressie (lichamelijke en cognitieve depressie) en agressie (reactieve en proactieve agressie) in twee onafhankelijke TRAILS cohorten. Zowel kinderen (10-12 jaar) uit de eerste meting van het TRAILS populatiecohort als het klinisch cohort deden aan het onderzoek mee. De resultaten waren over het algemeen in overeenstemming tussen beide cohorten en ook in overeenstemming met verwachtingen uit de literatuur. Echter, duidelijke verschillen in het verband tussen cortisol en de psychopathologische subdomeinen werd niet gevonden. Ook viel op dat de verbanden over het algemeen klein waren. We vermoeden dat ochtend cortisol waardes mogelijk meer afwijken bij meer ernstige vormen van psychopathologie, of vooral bij personen met langdurige problemen. Het meest interessante resultaat van dit onderzoek was een hoger ochtend cortisol niveau bij kinderen met depressieve klachten uit het klinisch cohort. Tot nu toe is dit voornamelijk bij volwassenen gevonden. Dit wijst erop dat het biologische stress-systeem bij deze kinderen overactief is, mogelijk ten gevolge van het ervaren van stress.