2013 › Trails

TRAILS

2013

Zorggebruik: Early Childhood Assessments of Community Pediatric Professionals Predict Autism Spectrum and Attention Deficit Hyperactivity Problems

Auteurs: Jaspers M, De Winter AF, Buitelaar JK, Verhulst FC, Reijneveld SA, Hartman CA

In deze studie stellen we vast welke vroege indicatoren van autisme spectrum (AS) en aandachtstekort / hyperactiviteit (ADH) problemen geïdentificeerd kunnen worden op basis van JGZ-gegevens uit de vroege kindertijd. Vroege indicatoren en AS en ADH problemen zijn op verschillende momenten in de tijd gemeten: achtereenvolgens van zwangerschap tot vierjarige leeftijd en tussen 11 en 17 jaar. AS en ADH problemen werden gemeten met respectievelijk de door ouders ingevulde Children’s Social Behavior Questionnaire (CSBQ) en de CBCL vragenlijst. Verschillende indicatoren voor AS en ADH problemen in de adolescentie werden geïdentificeerd. Geslacht (man) en de afwezigheid van door ouders gerapporteerd positief gedrag op vroege leeftijd waren voorspellers voor beide typen problemen. Een laag geboortegewicht, afwijkend sociaal gedrag, taalproblemen, problemen met eten en psychomotorische problemen op vroege leeftijd waren specifieke indicatoren voor AS problemen. Een laag opleidingsniveau van de moeder, roken tijdens de zwangerschap door de moeder, vertraagde ontwikkeling van de grove motoriek en aandachtstekort / hyperactiviteit problemen op vroege leeftijd waren specifieke indicatoren voor ADH problemen. De conclusie is dat reguliere JGZ-gegevens over de vroege ontwikkeling voorspellende waarde hebben voor AS en ADH problemen voor adolescenten in de algemene populatie. Instellingen voor JGZ zijn een geschikte setting om hoog risicogroepen te identificeren, en deze vervolgens te monitoren.

Zorggebruik: Need for mental health care in adolescents and its determinants: The TRAILS Study

Auteurs: Jansen DEM, Wiegersma P, Ormel J, Verhulst FC, Vollebergh WAM, Reijneveld SA

Achtergrond: Er is in de literatuur weinig bekend welke factoren de behoefte aan zorg van jongeren beïnvloeden. Doel van deze studie is enerzijds de prevalentie van de behoefte aan zorg binnen deze populatie in kaart te brengen. Daarnaast zal worden nagegaan welke factoren de behoefte aan zorg binnen deze groep beïnvloeden. Methode: data uit het TRAILS onderzoek (Tracking Adolescents’ Individual Lives Survey) zijn gebruikt om na te gaan wat de behoefte is aan zorg tijdens adolescentie (T3; leeftijd 16/17) en welke factoren op eerdere leeftijd (T1; leeftijd 10/11 en T2; leeftijd 13/14) verband houden met deze behoefte aan zorg. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van 1406 adolescenten en hun ouders. Behoefte aan zorg is gemeten door aan ouders de volgende vraag te stellen: ”In wat voor mate denkt u dat uw kind hulp nodig heeft voor emotionele problemen of gedragsproblemen?” Determinanten betreffen eerder zorggebruik van de jongere, emotionele- en gedragsproblemen (CBCL en YSR) en verschillende kind- en gezinsfactoren. Resultaten: Van de 1406 ouders geeft 29% aan (n=409) dat hun kind hulp nodig heeft voor emotionele- of gedragsproblemen. Van deze jongeren ontvangt 29% gespecialiseerde zorg voor hun problemen. Factoren die de behoefte aan zorg beïnvloeden zijn het hebben van gescheiden ouders en/of ouders met internaliserende problemen (op de leeftijd van 10/11 jaar), het hebben van ouders met internaliserend en externaliserende problemen (op de leeftijd van 10/11 en 13/14 jaar) en het ontvangen van gespecialiseerde hulp (op de leeftijd van 13/14 jaar). Conclusie: een groot deel van alle adolescenten heeft volgens hun ouders behoefte aan zorg voor hun emotionele- en/of gedragsproblemen. Er is ook een grote groep adolescenten die volgens hun ouders wel emotionele- en/of gedragsproblemen ervaren, maar waarvan de ouders geen behoefte aan zorg hebben geuit. Deze uitkomsten benadrukken het belang van vroege interventie gericht op het bevorderen van herkenning van emotionele- en gedragsproblemen, zowel door de jongere zelf als door zijn ouders.