2009 › Trails

TRAILS

2009

Psychotische symptomen: Geen verband tussen cortisol niveau’s in de preadolescentie en psychose-achtige ervaringen in de late adolescentie

Auteurs: Modinos G, Aleman A, Ormel J

Een ontregelde Hypothalamus-Hypofyse-Bijnier (HPA) as functie speelt mogelijk een rol in de neurobiologie van schizofrenie. We hebben kinderen bestudeerd die deelnemen aan het TRAILS onderzoek (Tracking Adolescents’ Individual Lives Survey; www.trails.nl) om na te gaan of de cortisol niveau’s uit speeksel tijdens de puberteit (meting T1, leeftijd 10-12 jaar) verband houden met het risico op latere subklinische psychose ervaringen tijdens de adolescentie (meting T3, leeftijd 14-16). Op T1 zijn 3 cortisol monsters verzameld (speeksel): direkt na het wakker worden (Cort0700), 30 minuten later (Cort0730) en om 8 uur ’s avonds (Cort2000). De scores op depressie en angst zijn eveneens op T1 verzameld met de RCADS. Op T3 is de CAPE gebruikt om psychometrische schizotypie te meten. De uiteindelijke steekproef omvang was 1,334 (pre-adolescenten met geldige cortisol metingen op T1 bij wie de CAPE was afgenomen op T3). Er werd geen verband gevonden tussen cortisol niveau’s (uit speeksel) van de 10- tot 12 jarigen en de latere scores op de CAPE. Dit suggereert dat HPA as kenmerken geen voorspeller zijn van subklinische psychotische ervaringen. Er werd wel een predictieve associatie gevonden tussen de RCADS scores en de CAPE scores, hetgeen suggereert dat angst en depressieve klachten geassocieerd zijn met latere psychometrische schizotypy. Een verband tussen depressie en angst en de gevoeligheid voor het ontstaan van een psychose is consistent met vroeger onderzoek naar psychopathologie in de algemene populatie en suggereert dat emotioneel leed betrokken is bij het ontstaan van psychotische symptomen.