2008 › Trails

TRAILS

2008

Overige (TRAILS en onderzoektechnieken): Cohort profile: The dutch tracking adolescents individual lives survey; TRAILS

Auteurs: Huisman M, Oldehinkel AJ, De Winter A, Minderaa RB, De Bild A, Huizink AC, Verhulst FC, e.a.

Dit artikel introduceert de belangrijkste kenmerken van de TRAILS studie, en bespreekt deze, waaronder de doelen van de studie, enkele belangrijke resultaten, en belangrijke kenmerken zoals de maten die zijn opgenomen in de studie, de mate van non-respons en attritie, en de samenstelling van de sample. Aangegeven wordt dat het centrale doel van TRAILS is om bij te dragen aan het verkrijgen van inzicht in de determinanten van mentale (on-)gezondheid en sociale ontwikkeling bij adolescenten en jong volwassenen, en in de onderliggende mechanismen die determinanten en deze uitkomsten met elkaar verbinden. Enkele belangrijke resultaten worden kort weergegeven, waarbij aandacht is besteed aan verschillende takken van onderzoek binnen TRAILS. Ten eerste zijn er psychometrische studies geweest die door middel van latente klasse analyse hebben gezocht naar onderliggende klassen van psychopathologische symptomen binnen verschillende typen stoornissen, zoals angst en depressie. Ten tweede hebben enkele studies zich gericht op het bepalen van profielen van endophenotypen in het TRAILS cohort. Ten derde is er een groep studies geweest die de relatie tussen temperament and mentale (on-)gezondheid heeft bepaald. Een laatste groep studies betrof de sociale relaties van adolescenten in en rond de schoolklas, zoals pesten en gepest worden, antisociaal en prosociaal gedrag en de sociale status van leerlingen in de klas. Het doel van deze paper over het TRAILS cohort is om TRAILS onder de aandacht te brengen van internationale onderzoekers die mogelijk kunnen leren van de ervaringen die onze studiegroep heeft opgedaan tijdens het uitvoeren van TRAILS, en/of die mogelijke aanknopingspunten zien in de studie voor samenwerking.

Overige (TRAILS en onderzoektechnieken): Optimal use of multi-informant data on co-occurrence of internalizing and externalizing problems. The TRAILS study

Auteurs: Noordhof A, Oldehinkel AJ, Verhulst FC, Ormel J

Bij het meten van psychische problemen kun je het beste gebruik maken van meerdere informanten. Bij kinderen vraag je dan bijvoorbeeld niet alleen aan de ouders, maar ook aan het kind zelf en de leraar wat er aan de hand is. Het blijkt dat die drie informanten vaak heel verschillende rapportages geven. Voor een onderzoek als TRAILS is dan de vraag hoe hiermee om te gaan. Een van de drie kiezen is nogal arbitrair en je gooit dan mogelijk waardevolle informatie weg. Je zou ook een gemiddelde kunnen berekenen over de drie informanten, maar dan houd je geen rekening met de grote verschillen die er bestaan. In dit artikel heb ik een model gebruikt en verder ontwikkeld om zowel de overeenkomsten als de verschillen tussen informanten te gebruiken in je onderzoek. Het is vooral interessant en belangrijk voor toekomstig onderzoek om te bedenken waar verschillen tussen informanten vandaan komen en of ze belangrijke informatie toevoegen. Door mijn model te gebruiken zou je dit beter kunnen onderzoeken dan door simpelweg een gemiddelde te nemen of de informatie van slechts één informant. Ik denk dat het belangrijk is om verder na te denken over deze informanten kwestie, omdat de grote discrepanties laten zien dat het lastig is om te bepalen wanneer iemand een psychisch probleem heeft. Daarover bestaan heel verschillende meningen en de wetenschap heeft er geen eenduidig antwoord op.