2019 › Trails

TRAILS

2019

Depressie: Zestienjarigen met weinig aandacht voor beloningen hebben meer kans om in de negen jaren daarna depressief te worden

Auteurs: Vrijen C, Hartman CA, Oldehinkel AJ

Wat was al bekend over dit onderwerp?

  • Depressieve mensen reageren vaak minder sterk op beloningen dan mensen die niet depressief zijn.
  • Ongevoeligheid voor beloningen zou ook het risico kunnen vergroten om in de toekomst depressief te worden, maar dit was nog nooit in een grote groep mensen onderzocht.

Wat voegt deze studie toe?

  • Zestienjarigen die ongevoelig waren voor beloningen hadden meer kans om in de jaren daarna depressief te worden.
  • De kans op depressie hing vooral samen met de moeite die de jongeren hadden om hun aandacht te verplaatsen van een negatieve situatie (een kleine kans op een beloning) naar een positieve situatie (een grote kans op een beloning).
  • Beloningsgevoeligheid voorspelde depressie alleen als de jongeren heel snel moesten reageren, niet als ze meer tijd kregen om na te denken over hun reactie.

Depressie: Leidt pilgebruik tot depressieve klachten bij meisjes en jonge vrouwen?

Auteurs: De Wit AE, Booij SH, Giltay EJ, Joffe H, Schoevers RA, Oldehinkel AJ

Wat was al bekend over dit onderwerp?

  • Veel meisjes en vrouwen slikken de pil om zwangerschappen te voorkomen of menstruatieklachten te verminderen. Een deel van de pilgebruiksters stopt daar mee vanwege depressieve klachten.
  • Het is nog niet echt duidelijk of en wanneer pilgebruik tot depressieve symptomen leidt en tot welke symptomen dan precies.
  • Er zijn aanwijzingen dat pilgebruik in de tienerjaren sterker samenhangt met depressieve symptomen dan pilgebruik op latere leeftijd.

Wat voegt deze studie toe?

  • Wij onderzochten of pilgebruik samenhing met depressieve symptomen in TRAILS-deelneemsters tussen de 16 en de 25 jaar.
  • Op 16-jarige leeftijd hadden de pilgebruiksters meer depressieve symptomen dan niet-gebruiksters, maar op latere leeftijden vonden we geen verschil tussen de twee groepen.
  • Het verschil tussen de 16-jarige pilgebruiksters en de niet-gebruiksters kwam vooral doordat de pilgebruikers vaker huilden, behoefte hadden aan extra veel slaap en een verstoorde eetlust hadden. 

Depressie: Specificiteit van psychopathologie bij verschillende mate van ernst van psychische aandoeningen: een transdiagnostische netwerk analyse

Auteurs: Groen RN, Wichers MC, Wigman JTW, Hartman CA

Wat was al bekend over dit onderwerp?

  • Het is vaak gesuggereerd dat psychische aandoeningen beginnen met lichte algemene psychische klachten, die daarna ernstiger en specifieker worden als de aandoening zich verder ontwikkelt
  • Hoewel duidelijk is dat ernst van klachten toeneemt in latere stadia van psychische aandoeningen, is nog niet onderzocht of de structuur waarin klachten samen voorkomen hierbij ook verandert.

Wat voegt deze studie toe?

  • Wij onderzochten hoe een breed scala aan psychische klachten met elkaar samenhangt in vier groepen die representatief zijn voor verschillende stadia van psychische aandoeningen. 
  • Psychische klachten bleken niet sterker met elkaar samen te hangen, of in meer specifieke combinaties voor te komen in groepen met ernstig klachten in vergelijking tot groepen met minder ernstige klachten.
  • Specifieke combinaties die we in elke groep vonden waren een combinatie van klachten gevonden die passen bij ADHD (aandachtstekort-hyperactiviteitstoornis) en een combinatie van klachten die passen bij angst en depressie.

Depressie: Identificatie van groepen op basis van ontwikkelingstrajecten: Een vergelijking van drie latente klassen methoden met gesimuleerde en echte data

Auteurs: Sijbrandij JJ, Hoekstra T, Almansa J, Reijneveld SA, Bültmann U

Wat was al bekend over dit onderwerp?

  • Er bestaan verschillende methoden om individuen te groeperen op basis van hun ontwikkeling over de tijd, bijvoorbeeld op het gebied van angst/depressie.
  • De drie belangrijkste voorbeelden van deze methoden zijn Growth Mixture Modeling, Latent Class Analysis, Latent Class Growth analysis.
  • Het is onduidelijk welke van deze methoden het meest geschikt is om deze groepen te maken.

Wat voegt deze studie toe?

  • Uit een simulatiestudie met diverse datasets blijkt dat Growth Mixture Modeling even goed of beter presteert dan Latent Class Analysis en Latent Class Growth analysis.
  • Alle methoden onderscheiden in TRAILS vier groepen met verschillende ontwikkelingstrajecten van angst/depressie: dalend, laag en dalend, stabiel en stijgend over de tijd.
  • Ondanks dat Growth Mixture Modeling betere resultaten geeft in de simulatie studie, leiden de drie methoden tot vergelijkbare resultaten binnen de TRAILS data.